
Invloed van 4 onderdelen op pensioen
Er zijn vier onderdelen die de hoogte van je jaarlijkse pensioen bepalen: de beleggingen, de marktrente, de vaste daling en de gemiddelde levensverwachting. Je jaarlijkse pensioen is geen optelsom van de verschillende positieve of negatieve effecten die de vier onderdelen hebben op je pensioen. Wat telt is de combinatie van die effecten. Dat bepaalt uiteindelijk of je pensioen in een jaar daalt of stijgt.
Effect van de 4 onderdelen op de hoogte van je pensioen
Ieder jaar op 1 januari stellen we de hoogte vast van de vier onderdelen:
- Wat is de waarde van de beleggingen?
- Hoe hoog is de marktrente?
- Hoe hoog is de vaste daling?
- Wat is de gemiddelde levensverwachting?
Andersom kan natuurlijk ook. Hebben de beleggingen het minder goed hebben gedaan? Dan zou je misschien denken dat je pensioen daalt. Maar is de marktrente tegelijkertijd gestegen? Of de gemiddelde levensverwachting gedaald? Dan kan het zo zijn dat je pensioen in het nieuwe jaar tóch stijgt.
Onderlinge effect van de onderdelen op elkaar en op je pensioen
De vier onderdelen kunnen ook een effect op elkaar hebben. Een stijging van het ene onderdeel in een jaar kan een effect hebben op de hoogte of waarde van een ander onderdeel in dat jaar. We leggen het uit met dit voorbeeld:
Een stijging van de marktrente heeft een positief effect op de hoogte van je pensioen. Maar die stijging zorgt tijdens het jaar voor een daling van het rendement op obligaties en dus ook op je beleggingsrendement. En dat heeft weer een negatief effect op de hoogte van je pensioen.
Andersom werkt het ook. Een daling van de marktrente heeft een negatief effect op de hoogte van je pensioen. Maar die daling zorgt tijdens het jaar voor een stijging van het rendement op obligaties en dus ook op je beleggingsrendement.
Deze samenhang tussen de marktrente en het beleggingsrendement gebruiken we overigens bewust in onze beleggingsstrategie om schommelingen in je pensioen zoveel mogelijk te voorkomen.
Het effect van de marktrente op de vaste daling
Een voorbeeld van twee specifieke onderdelen die elkaar beïnvloeden is die van de marktrente en de vaste daling. Met de marktrente berekenen we de hoogte van je pensioen. Hoe hoger de marktrente, hoe hoger je pensioen. En een lagere marktrente zorgt voor een lager pensioen.
De marktrente heeft ook invloed op de maximale vaste daling die we hanteren. De vaste daling is nooit hoger dan het wettelijk maximum. Dat wettelijk maximum is afhankelijk van het percentage beleggingen in aandelen en van de marge tussen een wettelijk voorgeschreven aandelenrendement en de marktrente.
De maximaal toegestane daling kan afnemen als de marge lager is. Dit heeft een negatief effect op de hoogte van de pensioenuitkering. Een hogere marktrente in combinatie met een lagere vaste daling betekent dat de pensioenuitkering iets minder stijgt.
Een voorzichtige blik vooruit
Benieuwd hoe je beleggingen en de marktrente het dit jaar doen? Dat zie je voor jouw persoonlijke situatie in Mijn Aegon Pensioen.