Om de uitkering te kunnen doen, beleggen wij een deel van de premie. De premie is zo berekend dat als deze beleggingen een jaarlijks rendement opleveren dat precies gelijk is aan het rendement waarmee wij de premie voor de verzekering hebben vastgesteld (garantierendement), wij je het verzekerd bedrag kunnen uitkeren.
Een ander deel van de premie is bestemd voor het doen van de vastgestelde uitkering als je overlijdt vóór de datum van de laatste premiebetaling; ook wel risicopremie genoemd. De rest van de premie is een vergoeding voor de kosten die de verzekeraar maakt.
De verzekeraar gaat ervan uit dat het beleggingsresultaat gelijk is aan het T-rendement, na aftrek van kosten. Het T-rendement is een rendementsmaatstaf die tweewekelijks wordt gepubliceerd door het Verbond van Verzekeraars c.q. het Data Analytics Centre. De hoogte van het T-rendement is gebaseerd op het effectief rendement van een mandje staatsleningen (guldens- en euro-obligatieleningen) die voldoen aan een aantal specifieke criteria.
Bij overrentewinstdeling op basis van T-rendement ontvang je overrente als aan de volgende twee voorwaarden is voldaan:
Het T-rendement is, na aftrek van kosten, hoger dan het garantierendement. De resultaten laten naar het oordeel van de directie van de verzekeraar overrente toe.
Een verzekeraar moet voldoen aan wettelijke solvabiliteitseisen, zodat altijd het verzekerd bedrag kan worden uitgekeerd waar je recht op hebt. Hiervoor is het oordeel van de directie van de verzekeraar belangrijk.