Vraag jij je af hoe je het beste een zwemtechniek onder de knie krijgt? Say no more! We vertellen je het hier! Lekker dat je van plan bent te gaan zwemmen zeg, verfrissend én gezond!
Om te beginnen bij het begin, leggen we je alle zwemslagen uit. Officieel zijn er zes soorten zwemslagen:
1. Borstcrawl en vrije slag
Borstcrawl staat ook wel bekend als vrije slag. Dit is de slag waarin je je het snelste voortbeweegt in het water. Deze slag begint bij je ligging in het water. Zorg ervoor dat je hoger komt te liggen door je buikspieren aan te spannen en je bekken te kantelen. Met je benen trappel je. Belangrijk hierbij is dat je de slag klein en onder de waterrand probeert te houden. Probeer de beenslag niet uit je knieën maar uit je heupen te halen.
De armslag is bij deze slag het belangrijkst. Je hebt hiervoor vier fasen: je trekt met je armen, je duwt met je armen, je haalt uit en je slaat over. Bij de trekfase trek je je armen van voor naar achter door het water. Zorg hierbij dat je vingers bij elkaar zitten, zodat je het meeste water pakt. Duw je hand en arm vervolgens uit het water met zoveel mogelijk water erin. Haal hem uit en breng je arm weer naar voren.
Moeilijk? Kijk eens naar een borstcrawlcursus of een video-tutorial.
2. Rugcrawl
De rugcrawl is een slag die wordt uitgevoerd op de rug. De rugcrawl wordt meestal gelijk bij kinderen aangeleerd. Je beweegt je op je rug door het water en ziet daardoor dus niets. Daarom moet je af en toe achterom kijken en goed oppassen. Rugcrawl is hetzelfde als borstcrawl, alleen gaan je armen net andersom. Dat kan jij!
3. Vlinderslag
Bij vlinderslag bewegen je benen tegelijkertijd op en neer. Het lijkt op een golfbeweging die door je lichaam heen rolt: je zet hem in in de heupen en je versterkt hem met je benen. Tegelijkertijd zorg je ervoor dat je armen allebei tegelijk over het water heen slaan terwijl je je benen neerslaat. Onderwater zorg je dat je vingers bij elkaar blijven zodat je een zo krachtig mogelijke slag maakt.
4. Schoolslag
De schoolslag is een slag waarbij je met je armen het water opzij en naar achteren duwt. De armen blijven in het water liggen. Je benen maken een zijwaartse en achterwaartse trapbeweging. Tijdens de schoolslag begin je met de armslag en doe je de beenslag er direct achteraan.
5. Wisselslag
De wisselslag is geen aparte techniek, maar wordt wel vaak gezwommen bij wedstrijden. Dit is een afwisseling van alle bovenstaande zwemslagen achter elkaar. Je begint bij de wisselslag met vlinderslag, gevolgd door rugslag, schoolslag en de vrije slag. Vaak zwem je 25 of 50 meter per slag.
Al deze verschillende zwemslagen kennen we voornamelijk van het korte- en langebaanzwemmen in een zwembad van 25 of 50 meter. Baanzwemmen beoefenen we het vaakst. Daarnaast heb je bijvoorbeeld:
Goede oefeningen om af te wisselen bij de armen zijn:
Genieten van het zwemmen en tegelijkertijd beloond worden voor je prestaties? Dat kan met a.s.r. Vitality. Hét beweegprogramma dat beweging beloont. Neem een frisse duik in dat zwembad en verbeter die techniek! Zo heb je snel je weekdoel binnen! Bekijk hieronder hoe je punten binnenhaalt met zwemmen.
Beloond worden voor bewegen? Dat kan met a.s.r. Vitality! Met het beweegprogramma van a.s.r. verdien je Vitality punten door stappen te zetten en je hartslag te verhogen. Met deze punten spaar je voor wekelijkse, maandelijkse en jaarlijkse beloningen. Denk aan cadeaukaarten van Zalando of Intersport, maar ook cashback op een Apple Watch of Fitbit! Ook kun je punten inwisselen voor een donatie aan een goed doel.
Ook meedoen?