Oud topsporter en inmiddels politieman Gregory Sedoc heeft zich de afgelopen tijd hard gemaakt als vitaalcoach binnen de politie-eenheid Den Haag. Mede door zijn scherpe blik is het ziekteverzuim in zijn team drastisch gedaald. Hoe hij dit heeft gedaan? Je leest het in dit blog.
“Voor mij betekent amplitie het versterken of verhogen van je vitaliteit”, begint Sedoc. “Ik werk vaak met drie pijlers: preventie, amplitie en curatie. Bij preventie probeer je iets te voorkomen, bij curatie genees je iets achteraf. Bij amplitie probeer je het stukje geluk of vitaliteit in het nu te verhogen.” Wat dat stukje is? “Dat kan van alles zijn. Mensen denken vaak als ze het over vitaliteit hebben aan sporten of gezond eten, terwijl ik het heel anders benader.”
De politieman pakt vitaliteitsmanagement zo mensgericht mogelijk aan. “Ik vraag altijd: hoe zit je er nu in? Hoe zit het met je carrièremogelijkheden? Kom je genoeg buiten? Hoe is het met je woongeluk en werkgeluk? Dat soort zaken allemaal.” Dat kenmerkt amplitie voor Sedoc: “Als we het over amplitie hebben, wil ik dat verbeteren.”
Ondanks dat amplitie belangrijk is, wordt er volgens Sedoc nog te weinig aan preventie gedaan. “Vaak gaan we pas wanneer het al mis is, kijken hoe we iemand terug kunnen krijgen”, begint Sedoc. “Terwijl ik juist denk dat we moeten kijken naar de signalen voordat het mis gaat. Dus vertoont iemand ander gedrag en hoe kun je dat voor zijn? Heel veel mensen geven dingen aan, alleen herkennen wij de signalen niet.”
Als voorbeeld noemt Sedoc zijn politieteam. “Een van de signalen die je ziet is bijvoorbeeld dat kaders vervallen”, legt de politieman uit. “In het gebruiken en toepassen van geweld. Maar ook in het werk. Mensen denken: ‘Ik maak dit nog even af’ of nemen teveel hooi op hun vork. In het begin kun je dat nog door dopamine en stress volhouden, maar dat houdt natuurlijk een keer op. Daarnaast zie je dat iemand stiller wordt, of net wat ander gedrag vertoont dan normaal.”
Het is als buitenstaander lastig om signalen te herkennen van mensen die dreigen uit te vallen. Toch merkt Sedoc wel een patroon. “Vaak nemen mensen continu een dag of twee dagen vrij, zonder dat daar een aanwijsbare reden voor is”, legt de oud topsporter uit. “Dat kan erop duiden dat iemand niet lekker in zijn vel zit. Misschien doordat er iets thuis is, of misschien is de werkdruk te hoog of de privé-werkbalans verstoord.”
Sedoc probeert altijd naar die patronen te kijken: “Wat zie ik in geweld? En wat zie ik als iemand continu vrij neemt?” Zo probeert hij te voorkomen dat iemand voor langere tijd vrijneemt en echt ziek wordt. Als voorbeeld haalt hij een collega aan die dreigde uit te vallen. “Hij was hartstikke fit: crossfitter, veel in de sportschool”, schetst Sedoc. “Maar in zijn carrière liep hij vast.”
Ziekteverzuim is van 12,7% naar 4,7% gegaan
Waarom hij vastliep? Het lukte hem niet om hogerop te komen. “Hij was hartstikke goed in zijn werk, goede beoordelingen, alleen liep hij vast en kwam hij niet verder in de organisatie”, legt Sedoc uit. “Geen carrièremogelijkheden, geen groeimogelijkheden.” Het blijkt een voedingsbodem voor onrust. “Wat doet hij? Hij gaat schoppen tegen de organisatie en neemt zijn hele ploeg mee in die negativiteit. Uiteindelijk meldt hij zich vaak ziek, niet omdat hij ziek was of kampte met een burn-out. Nee… hij liep gewoon echt helemaal vast in zijn carrièremogelijkheden.”
“Daar ben ik hard mee aan de slag gegaan. We hebben een persoonlijk ontwikkelingsplan geschreven en beetje bij beetje kreeg hij weer vertrouwen. Uiteindelijk is het hem gelukt om een opleiding te mogen doen”, vertelt Sedoc trots. “En sterker nog: hij werkt nu als brigadier!” Dit had ook invloed op de rest van het team: “De ploeg werd best wel hecht, groeide meer naar elkaar toe. Kregen ook het vertrouwen, maakten een persoonlijk ontwikkelingsplan en uiteindelijk hadden we veel minder ziekmeldingen. Toen ik op dat team werd gezet was er een ziekteverzuim van 12,7%, nu is dat maar 4,7%. Het heeft dus veel goede dingen gebracht.”
Sedoc heeft bij de politie niet alleen meer werk gemaakt van preventie, ook op andere vlakken heeft hij zich hard gemaakt voor een gezondere werkomgeving, zowel fysiek als mentaal. “Op een gegeven moment zijn we ademhalingsoefeningen gaan doen en yoga. Gewoon helemaal out of the box”, vertelt hij enthousiast. “Het zijn toch agenten, helemaal stoer, maar we zijn het gewoon gaan doen en ze passen het steeds meer toe.”
Maar hoe krijg je mensen mee in een vitaliteitsbeleid? Het is een vraag waar veel leidinggevenden mee worstelen. Sedoc weet hier wel een antwoord op: “Ik heb ze met name laten zien wat het oplevert”, begint hij. “Ik ben met de collega’s gaan werken die er voor open stonden. Die kwamen met supergoede feedback terug op de werkvloer. Dan worden mensen nieuwsgierig en op een gegeven moment komen er meer mensen vragen stellen.”
Zo creëerde Sedoc een domino-effect: de goede ervaring van de een, nam de drempel weg voor de ander. “Het waren eerst hele makkelijke vragen: ‘Ik wil een beetje afvallen’ of ‘Ik wil wat strakker worden’, maar later vertelden ze ook persoonlijke dingen zoals relatie- en slaapproblemen. Door dat vertrouwen kom je steeds verder.” En niet alleen het vertrouwen van het personeel is belangrijk, ook de leiding moet volledig achter het beleid staan. “Daarin heb ik ook echt wel heel veel hulp gehad”, besluit Sedoc.
Sedoc is niet alleen actief als vitaalcoach binnen de politie, hij leert ook andere organisaties over vitaliteit. “Vaak hoor ik werkgevers zeggen dat ze het moeilijk vinden om medewerkers in beweging te krijgen. Ze willen bijvoorbeeld het sporten oppakken en krijgen hun mensen daar niet in mee”, schetst Sedoc. “En ik bekijk het eigenlijk anders. Als je het over vitaliteit hebt, heb je een aantal cirkels: woongeluk, werkgeluk, kom je veel buiten, vitamine d, enzovoorts. Probeer die cirkels eerst in te vullen met je medewerkers, dan pas kom je erachter aan welk touwtje je moet trekken om ze in beweging te krijgen.”
“Je kunt namelijk wel zeggen: ik wil dat ze gaan sporten, maar misschien loopt daarmee een andere kernwaarde vast”, legt de oud topsporter uit. “Dan laat ik ze zien dat je vitaliteit niet moet verwarren met gezondheid. Het is met name veerkracht: hoe gaan we ervoor zorgen dat die medewerker weer in actie komt? En dat doe je niet door hem te duwen naar de sportschool, maar juist te kijken wat diegene blij maakt. Waar krijgt hij energie van en probeer daarop te focussen.” En dat is precies waar amplitie voor staat: focussen op het positieve. Zo worden mensen niet alleen gelukkiger, maar vanzelf ook gezonder.
Geïnspireerd geraakt door het verhaal van Gregory Sedoc en wil je zelf aan de slag met vitaliteit en amplitie? Download hier de whitepaper en zet de eerste stappen naar een amplitieve organisatie
Wil je nog meer inspirerende verhalen lezen over amplitie? a.s.r. Vitality sprak met vier professionals over hun visie op deze mensgerichte bedrijfscultuur. Lees hier het interview met: