‘Groen = doen’ is het motto van Maurice als het gaat om duurzaam ondernemen. ‘Bij volhoudbare projecten moet er in de eerste plaats vertrouwen zijn’, stelt Maurice. ‘Werk samen met je ketenpartners aan betekenisvolle projecten. Hier in het oosten van het land noemen we dat ‘noaberschap’. Vrij vertaald is dat een goede buurman zijn. Werk samen en co-creëer met toeleveranciers, ketenpartners en opdrachtgevers.

Betrek hier ook kwetsbare mensen bij. Dat doe ik bijvoorbeeld door mensen van zorgorganisaties of sociale werkvoorzieningen in te schakelen. Zorg bij projecten ook goed voor de kwetsbare natuur. De biodiversiteit in Nederland is er slecht aan toe.’ Daarnaast is innoveren volgens Maurice belangrijk: ‘Onderscheid jezelf met slimmere productieprocessen en producten. Zo trek je ook jonge talenten aan die graag bij je komen werken.’

Maurice: ‘Als je doet wat je altijd deed, krijg je wat je altijd kreeg. Dat geldt ook voor ondernemers. En met wat je deed, beschadig je misschien het milieu. Kijk daarom opnieuw naar je bedrijfsmodel. Misschien is het beter om te verhuren of te repareren, in plaats van verkopen. Een goede ondernemer is kritisch op vragen en behoeften van opdrachtgevers. Vraag je eerst af of de vraag van je opdrachtgever bijdraagt aan een betere wereld. Zo nee, doe dan een beter voorstel.’

‘Ga ook na wat de werkelijke prijs is van je product’, adviseert Maurice. ‘Heb je daar kinderarbeid, giftigheid, CO2, klimaatverandering en transport in meegenomen? Kijk niet alleen naar wat een duurzame oplossing kost, maar vooral naar wat het oplevert. Die duurzame keuzes heb je sneller terugverdiend dan je van te voren denkt.’ 

Het bedrijfspand van Reinteninfra in Borne is hun duurzame visitekaartje. De gevel is deels gemaakt van gebroken stoeptegels en sommige binnenwanden zijn bedekt met gerecyclede stof van spijkerbroeken. Maurice: ‘Wij hebben nog wel veel zwaar materieel, zoals walsmachines. Het is helaas op dit moment nog niet mogelijk om die elektrisch te maken. Wel hebben we al 4 elektrische vrachtwagens en een groot deel van ons personenvervoer is elektrisch.’