Ga naar de hoofdinhoud
Home Geen investeringen in peuken, wel in nieuwe pillen
Pillen verspreid over een tafel

Geen investeringen in peuken, wel in nieuwe pillen

06 november 2017

Investeren in de tabaksindustrie doen we niet. Liever stoppen we het premiegeld van onze klanten in het ontwikkelen van nieuwe medicijnen. Want daar wordt iedereen beter van. Naar aanleiding hiervan vroegen mensen zich af in welke medicijnen we dan investeren en hoe we met de farmaceutische industrie te maken hebben. En of we ook tegen rokers zijn. We leggen de vragen voor aan Jos Gijsbers, een van onze beleggers.

We investeren niet in de tabaksindustrie. Zeggen we daarmee ook dat we tegen rokers zijn?

“Met ons beleggingsbeleid willen we geen normen opleggen aan de maatschappij, dit zijn keuzes van a.s.r. voor onze beleggingen. We weten dat er alleen al in Nederland 20.000 sterfgevallen per jaar zijn door roken. Het voelt voor ons niet goed om te investeren in tabaksproducenten en geld te verdienen aan een bedrijfstak die jaarlijks voor zoveel zieken en doden zorgt. Het gaat ons om het financieren van deze bedrijfstak, niet om de roker. Deze campagne is dus geen strijd tegen rokers, maar tegen het verdienen van geld aan de tabaksindustrie.”

Dan kunnen de rokers weer enigszins opgelucht ademhalen. En hoe zit het met onze investeringen in nieuwe medicijnen?

“Dat doen we via Life Science Partners (LSP). De specialisten van LSP investeren voor a.s.r. in nieuwe en innovatieve medicijnen. Steeds vaker komt de ontwikkeling van nieuwe medicijnen voort uit wetenschappelijk onderzoek waarin kansrijke nieuwe technieken of inzichten komen. Om zo’n idee verder te ontwikkelen en te testen is veel geld nodig. Daarom investeren wij via LSP in bedrijven die zich hiermee bezig houden. Dit zijn overigens niet alleen medicijnen, het kunnen ook hulpmiddelen, behandelingsmethoden of technieken zijn.”

Wat is de rol van de farmaceutische industrie hierin?

“Wij investeren in het ontwikkelingstraject voordat een nieuw medicijn op de markt komt. En dit gebeurt in eerste instantie vooral in kleine startups, denk aan gespecialiseerde laboratoria of biotech ondernemingen.  De grote farmaceuten investeren zelf steeds minder in R&D, omdat zij niet zo flexibel zijn, hun interesse gaat vooral naar kansrijke initiatieven die in de markt aanwezig zijn. Als aan het eind van de testfase het idee dan is uitgegroeid tot een goed en goedgekeurd product, wordt het nieuwe medicijn aan de farmaceutische industrie verkocht. Zij zorgen dan voor verdere productie en distributie.”

Dus dan verdienen we goed aan zo’n nieuw medicijn?

“Dat kan, maar er is ook altijd de kans dat tijdens de ontwikkelingsfase blijkt dat het idee geen kans van slagen heeft en onze investering uiteindelijk niets oplevert. Vooraf weten we nooit of we met de investering geld zullen verdienen.”

Heb je een voorbeeld van een project dat uiteindelijk niet opleverde wat we er van hoopten?

“Helaas wel. Niet zozeer voor ons, maar wel voor de mensen die er veel hoop uit putten. Dat was recent nog het onderzoek naar de ziekte van Duchenne, een erfelijke aandoening van de spieren. Deze ziekte is (nog) niet te genezen, een Nederlandse onderneming deed onderzoek om hiervoor een medicijn te ontwikkelen. Helaas is dit uiteindelijk niet door de testfase gekomen. ”

Kun je, om het positief af te sluiten, een nieuw medicijn of nieuwe techniek noemen die het wel heeft gered?

“Gelukkig zijn er veel voorbeelden die uiteindelijk wel geleid hebben tot betere medicijnen, efficiëntere behandelmethoden of verlaging van de zorgkosten. Zo is Neuravi een project waarin we via LSP investeren. Met dezelfde technologie als bij het hart, wordt met de Neuravi-apparatuur een herseninfarct aangepakt. Via een stent in de lies wordt het stolsel in de hersenen weggehaald. Deze methode wordt al in sommige ziekenhuizen ingezet. Zo is mijn buurman enkele maanden geleden na een beroerte met behulp van deze techniek behandeld. Inmiddels is hij weer vrijwel volledig hersteld. Daarmee kwam de positieve bijdrage van onze beleggingen aan de gezondheidszorg voor mij wel heel dichtbij.”

Christel van Capelleveen

Meer verhalen over Beleggen en investeren