Financiële markten hebben een wisselvallig kwartaal achter de rug, zeker in Europa. April was voor beleggers geen goede maand, mei stond in het teken van herstel en juni leverde wisselende resultaten op. In dit beleggingsbericht blikken we terug én vooruit.
Inflatiecijfers stabiliseerden en de Europese Centrale Bank (ECB) durfde het aan om voor het eerst in twee jaar de beleidsrente* te verlagen. Geopolitieke onrust in het Midden-Oosten kenmerkte aanvankelijk het tweede kwartaal van 2024 maar het eindigde met de start van onverwachte Franse verkiezingen.
*De beleidsrente bepaalt de rentetarieven voor commerciële banken om geld bij de ECB te lenen of aan te houden.
De economische groei van de eurozone is dit jaar lager dan die van de Verenigde Staten. Dat komt onder andere doordat Europeanen een kleiner gedeelte van hun spaartegoeden hebben uitgegeven dan verwacht. Ook zijn ze een groter gedeelte van hun besteedbaar inkomen blijven sparen. Maar hierdoor is er nu wel relatief meer herstelpotentieel. De Europese arbeidsmarkt blijft verkrappen en de huidige werkloosheid van 6,5% is het laagste percentage sinds 1999. Werknemers hebben hierdoor een sterke onderhandelingspositie wat kan resulteren in meer CAO-loongroei en een verbetering van de koopkracht, in ieder geval op korte termijn.
Amerikaanse inflatiecijfers stabiliseerden rond de 3%, waarmee ze nog duidelijk boven de 2%-inflatiedoelstelling van de Fed (Amerikaanse centrale bank) blijven liggen. In Verenigde Staten is de arbeidsmarkt ook relatief krap waardoor lonen al een langere tijd harder kunnen stijgen dan de prijzen, maar er is nog geen sprake van de zogenaamde loon-prijsspiraal. In de eurozone schommelden de inflatiecijfers tussen de 2,4% en 2,9%. Desondanks durfde de ECB (Europese centrale bank) het in juni wel aan om, na twee jaar van renteverhogingen, haar beleidsrente met 25 basispunten te verlagen. In de aanloop naar dit besluit was er wel voor gezorgd dat hier weinig twijfel over bestond dus de financiële markten kwamen niet voor verrassingen te staan.
De economische groei van Frankrijk en Duitsland blijft achter bij die van zuidelijke landen in de eurozone. Vooral het productie-intensieve Duitsland heeft moeite met de export van haar producten naar landen zoals China. Toch is het wel gunstig dat de zuidelijke eurolanden goede resultaten behalen en zo gedeeltelijk uit de schulden kunnen groeien. Daarmee voorkomt de eurozone het risico op fiscale fragmentatie, waarbij zuidelijke landen aanzienlijk meer moeten betalen om kapitaal aan te trekken dan westelijke landen. Toch blies de Franse president Emmanuel Macron in juni de discussie over de Europese staatsschulden weer een nieuw leven in. Als reactie op een groot verlies van zijn partij in de Europese verkiezingen besloot hij om nieuwe parlementsverkiezingen aan te kondigen. Politieke onzekerheid in Frankrijk zorgt voor meer onzekerheid over de toekomst van de EU in zijn geheel, en zeker ook over de schuldontwikkeling van Frankrijk. De opluchting dat het radicaal-rechtse blok niet gewonnen heeft, leidde tot een positieve reactie van de markt. De kans bestaat echter dat dit sentiment weer omslaat als de Franse begroting niet op orde komt.
De Europese aandelenbeurzen werden geplaagd door wisselvalligheid, evenals de Europese kapitaalmartkrentes. Buiten Europa was de stemming op de aandelenbeurzen optimistischer.
Aandelenbeurzen hebben een wisselvallig kwartaal achter de rug. April was voor beleggers een verloren maand met negatieve rendementen in bijna alle beleggingscategorieën. Mei stond in het teken van herstel en in juni leverden Europese aandelenbeurzen weer in. Opvallend is dat het negatieve sentiment op aandelenbeurzen in juni beperkt bleef tot Europa. Buiten Europa zette de opwaartse trend op de aandelenmarkten onverminderd door. Ondanks alle schommelingen pakt het tweede kwartaal 2024 daarom alsnog goed uit voor wereldwijde aandelenbeurzen. Wederom deden Amerikaanse aandelen (4,7%) het beter dan de Europese aandelen (1,3%), mede geholpen door de sterkere US Dollar. Opkomende markten noteerden afgelopen kwartaal het beste resultaat met een koersstijging van ruim 6%, vooral dankzij meevallende cijfers uit China.
Waar Europese aandelen in juni uit de gratie waren, leverden Europese bedrijfsobligaties wel positieve maandrendementen op. Bij Europese staatsobligaties was het beeld gemengd. Duitse kapitaalmarktrentes daalden, terwijl die in Frankrijk juist opliepen door de politieke onzekerheid. Over het hele tweede kwartaal gemeten zijn Europese kapitaalmarktrentes licht gestegen. Dit zien we terug in de negatieve rendementen op staatsobligaties van ruim 1%. Europese bedrijfsobligaties wisten het afgelopen kwartaal maar net positieve rendementen te behalen, variërend van 0,1% tot 2% (afhankelijk van hoe risicovol de achterliggende bedrijven worden beoordeeld).
Net als het Nederlandse weer is ook het verloop van de wereldwijde ontwikkelingen moeilijk te voorspellen deze zomer. En dus is er veel onzekerheid over hoe de financiële markten hier op zullen reageren.
Het IMF (International Monetary Fund) gaat nog steeds uit van een iets lagere economische groei in 2024 voor de eurozone (0,9%) dan voor de Verenigde Staten (2,1%). Voor 2025 is het de verwachting dat deze percentages dichter bij elkaar gaan liggen (1,7%). De Amerikaanse economie is tot nu toe robuuster gebleken dan gedacht maar de presidentsverkiezingen in november blijven een risicofactor. De uitkomsten hiervan kunnen leiden tot kortzichtige en inefficiënte overheidsinvesteringen om kiezers te binden. Daardoor heeft de aanloop naar de verkiezingen mogelijk ook invloed op het vertrouwen van Amerikaanse consumenten en bedrijven.
Buiten de Verenigde Staten en de eurozone kwamen centrale banken amper in actie. De Bank of England besloot dat het nog te vroeg is om een renteverlaging door te voeren en ook de Japanse centrale bank liet de rente ongewijzigd. Het lijkt er vooralsnog op dat de inflatiedruk de komende tijd zal afnemen richting de 2%-inflatiedoelstellingen van centrale banken. Maar de kans dat groei- en inflatiecijfers hoger blijven uitvallen is groter dan andersom. Daarom is de verwachting dat centrale banken beleidsrentes eerder langer hoger zullen houden dan dat ze renteverlagingen naar voren zullen halen. Veel ruimte om nieuwe economische schokken op te vangen hebben landen niet door de reeds hoge staatsschulden.
Voor de komende maanden voorzien we voor de financiële markten een klimaat dat gekenmerkt wordt door hoge onzekerheid, zowel wat betreft de monetaire vooruitzichten als op geopolitiek vlak. Denk aan de naweeën van de Franse parlementsverkiezingen of de aanstaande Amerikaanse presidentsverkiezingen. Daarbij kan de traditioneel lage liquiditeit in de zomermaanden voor hogere volatiliteit op financiële markten zorgen.
Deze tekst is bedoeld voor klanten van beleggingsonderneming a.s.r. Vooruit.