Hoe ziet jouw trainingsschema eruit?
“Op dit moment gaat mijn wekker om 8.30 uur, dus dat is redelijk relaxt. Als ik weer ga schaatsen wordt dat 7.30 uur. Op een gemiddelde trainingsdag train ik ‘s ochtends van 8.00 tot 11.00-11.30 uur. En dan train ik ‘s middags nog van 15.00-17.00 uur. Dus in totaal zo’n 20 tot 30 uur per week.”
Heb je altijd zin om te trainen?
“Meestal wel, maar ik zou liegen als ik zeg dat ik altijd zin heb. Negen van de tien keer heb ik er heel erg zin, ik vind het heel erg leuk om te trainen en met mijn teamgenoten te zijn. Maar als het regent, dan heb ik natuurlijk niet veel zin om die fiets op te stappen, maar ook dat hoort erbij. Je hebt natuurlijk ook niet altijd zin om naar je werk te gaan.”
Hoe krijg je motivatie om te sporten wanneer je totaal geen zin hebt?
“Het allerbelangrijkste is dat je vast blijft houden aan je doel. Voor mij zijn de doelen de wedstrijden in het seizoen. Als ik een keer geen zin heb, dan besef ik wel dat als ik niet ga, ik straks minder goed ben op m’n wedstrijd. Vasthouden aan je doel is dus héél belangrijk! Als je goud wilt, dan ga je wel.”
Wat is stom aan topsporter zijn?
“Dat is heel simpel. Ik ben heel vaak heel erg moe en dan kan ik soms best wel chagrijnig zijn. Mijn vrienden en familie kunnen dat wel beamen. Er zijn wel dingen waar ik rekening mee moet houden, ik wil natuurlijk fit op elke training staan. Niet altijd naar feestjes kunnen vind ik wel jammer. Dat doe ik echt alleen na het seizoen. Maar topsport is ook heel gaaf. Ik reis de wereld over, zie ontzettend veel bijzondere plekken, kom in contact met leuke mensen en ik heb van mijn hobby mijn beroep gemaakt, dus mooier kan eigenlijk niet.”
Word je vaak herkend op straat?
“Op zich valt het wel mee. Natuurlijk word je weleens herkend en spreken mensen je aan, maar dat vind ik eigenlijk alleen maar waardering. Het is gaaf dat mensen weten wat shorttrack is, het staat nu veel meer op de kaart. Dus herkend worden is wel een waardering voor wat je doet en voor je prestaties.”
Hoe oud was je toen je begon met schaatsen?
“Ik ben begonnen met schaatsen toen ik 6 of 7 was. Mijn eerste lessen waren alleen op kunstschaatsen. Ik ging naar een open dag met mijn moeder en toen dacht ik: ‘dat kunstschaatsen, dat lijkt me wel wat’. Uiteindelijk was het niks voor mij, maar ik moest het seizoen wel afmaken. Na een jaar ben ik op jeugdschaatsen gegaan.”
Vanaf welke leeftijd wilde je topsporter worden?
“Op m’n 16e zei ik: over 4 jaar wil ik op de Olympische spelen staan. Ik keek toen naar de Olympische spelen in Sotsji. Maar vanaf de middelbare school was ik al serieus bezig met topsport. Op mn 14e kwam ik in Jong Oranje shorttrack terecht. Toen werd het echt serieus.”
Heb je gestudeerd of overwogen om te studeren?
“Ja, absoluut. Op mijn 17e heb ik mijn havo-diploma gehaald en ik heb daarna eerst Leisure Management gedaan. Dat vond ik niet heel erg leuk, maar ik denk ook dat ik het heel erg lastig vond om het schaatsen en het vele weg zijn te combineren met een studie. Ik had wel een beetje houvast nodig: het volgen van lessen, sociaal contact. Nu moest ik eigenlijk alles thuis doen. Een jaar voor de spelen heb ik daarom de beslissing gemaakt om even de studie te laten gaan en het misschien later op te pakken.”
Ben je altijd al de beste geweest in je sport?
“Nee, ik ben eigenlijk helemaal niet de beste geweest. Vanaf m’n 12e/13e/14e pas. Tot die leeftijd ben ik heel-heel-heel erg veel gevallen. Toen ik nog niet in het Nederlands team zat zeiden de ouderen altijd: “Ah daar heb je Suzanne weer die zoveel valt”. Ik viel wel standaard 6 keer in een training en tijdens een wedstrijd ging ik ook onderuit. Maar uiteindelijk denk ik dat dat me wel sterker heeft gemaakt: ik was op jonge leeftijd niet gewend dat het makkelijk ging en ik moest er echt moeite voor doen om te bereiken wat ik nu heb bereikt. Uiteindelijk heeft het vele vallen me ontzettend geholpen om me makkelijker over een tegenslag heen te zetten.”
Wat was je belangrijkste wedstrijd ooit?
“Mijn belangrijkste wedstrijd was natuurlijk de Olympische spelen. Dat is logisch. Maar verder was dat het EK shorttrack in Dordrecht. Dat was mijn eerste Europese titel en voor eigen publiek, dus dubbel zo bijzonder.”
Heb je bepaalde rituelen voor een wedstrijd?
“Ik heb niet het idee dat ik speciale rituelen heb, maar er zijn wel bepaalde dingen die ik altijd doe, zoals bijvoorbeeld dezelfde ontbijthoeveelheid nemen en ik vind het belangrijk om goed in te fietsen. Maar ik heb niet iets van: als ik dat niet doe, dan wordt het niks. Ik luister ook niet een specifiek nummer voor een wedstrijd. Volgens mij heb ik dus geen rituelen, maar misschien zou je dat eens aan mijn teamgenoten moeten vragen.”
Wat eet je voor en na een wedstrijd?
“Ik begin ‘s ochtends standaard met een havermoutontbijtje. Tussen de kwalificaties door neem ik dan een banaan of kleine hapjes daarvan en als lunch, eet ik ook havermout. Dat vind ik lekker vallen en is supervoedzaam. Richting de avond eet ik (stukjes van) energierepen of drink ik Isotone-drank om toch m’n energie te blijven behouden. ‘s Avonds eet ik pasta, rijst of vlees voor de koolhydraten en eiwitten.”
Hoe ga je om met de spanning voor een grote wedstrijd?
“Bij thuiswedstrijden komen veel zenuwen kijken: je wilt het graag goed doen voor jezelf. Ik word richting de wedstrijden wat stiller, wat minder aanwezig. Maar het is voor mij een kwestie van de knop omzetten en er gewoon voor gaan. Je moet er doorheen gaan en ik zet de spanning om in kracht: ik ben zenuwachtig, maar veel anderen ook. Ik ga er niet aan onderdoor, maar natuurlijk vind ik het heerlijk als het wedstrijdweekend klaar is, dan kan ik de spanning weer even laten gaan.”
Waar denk je aan tijdens het schaatsen?
“Heb deze vraag wel vaker gehad en er serieus over nagedacht: waar denk ik nou eigenlijk aan? Maar ik denk eigenlijk aan niks. Als er 5 ronden op het bord staat, dan denk ik wel: ‘oh nog maar 5 ronden’. Maar ik ben vooral bezig in het moment. Ik denk niet dat ik heel veel denk, maar durf het niet te zeggen.”
Wat is je grootste blunder voor het grote publiek?
“Ik denk niet dat ik echt een blunder heb gemaakt voor het grote publiek, maar tijdens de Olympische spelen wel bijna. Dat was op de dag dat ik mijn Olympisch goud won. Ik was de kwartfinale doorgekomen en zat rustig uit te fietsen, ik was het besef van tijd een beetje kwijt denk ik, en toen kwam de assistentcoach naar me toe rennen dat ik over 10 min op het ijs moest staan. Als de assistentcoach er niet was geweest, had ik de halve finale voor de Olympische spelen gemist! Uiteindelijk is het goedgekomen, maar het had een hele grote blunder kunnen zijn.”
Heb je naast het prolongeren van je titels nog andere doelen op je planning staan?
“Dat vind ik best wel een moeilijke vraag. Mijn leven staat zo erg in het teken van topsport, elke dag daar mee bezig zijn en het beste uit mezelf halen. Andere doelen zijn m’n vriendschappen natuurlijk onderhouden. Maar goud halen op een EK of WK of Olympische spelen zijn op dit moment wel de grote doelen. Mijn doelen na de Olympische spelen? Dat zijn de volgende Olympische spelen, EK’s en WK’s. Tot mijn 32e wil ik nog wel blijven schaatsen en shorttracken.”
Ben je nu op het niveau waar je altijd al wilde zijn?
“Het is lastig om te zeggen: dit is mijn eindniveau of het niveau waar ik altijd al wilde zijn. Je wilt natuurlijk altijd doorgroeien of beter zijn dan het seizoen ervoor. Ik ben al heel erg doorgegroeid en op een gegeven moment ga je op een punt komen dat je nog maar hele kleine stapjes maakt. Dat zal niet leuk zijn, maar hoort er ook bij. Maar ik hoop natuurlijk dat ik nog meer door ga groeien en dat dit niet m’n eindniveau is.”
Beloond worden voor bewegen? Dat kan met a.s.r. Vitality! Met het beweegprogramma van a.s.r. verdien je Vitality punten door stappen te zetten en je hartslag te verhogen. Met deze punten spaar je voor wekelijkse, maandelijkse en jaarlijkse beloningen. Denk aan cadeaukaarten van Zalando of Intersport, maar ook cashback op een Apple Watch of Fitbit! Ook kun je punten inwisselen voor een donatie aan een goed doel.
Ook meedoen?