Ga naar de hoofdinhoud
Wat is lifecycle beleggen?

Met lifecycle beleggen houden we bij het beleggen rekening met je leeftijd en met de pensioendatum. Een lifecycle kent daarom 2 fases.
Fase 1.Een fase waarin het maken van rendement centraal staat, oftewel het behalen van een zo hoog mogelijk pensioen.
Fase 2.Een fase waarin het veilig stellen van jouw verwacht maandelijks pensioen steeds meer centraal komt te staan.

Fase 1 toegelicht
Over het algemeen levert beleggen in aandelen over een lange termijn meer rendement op dan beleggen in obligaties. Omdat je in deze fase nog een lange beleggingshorizon hebt, beleggen wij jouw kapitaal in deze fase voornamelijk in aandelen.

Fase 2 toegelicht
Naarmate  je dichterbij je pensioenleeftijd komt gaan wij in fase 2 voor jou steeds minder in aandelen en steeds meer in obligaties beleggen. Dat gebeurt stapsgewijs. Het tijdstip waarop wij hiermee beginnen, hangt af van jouw beleggingsprofiel en van het type pensioenuitkering dat je kiest:

  • bij Defensief (vast pensioen) vanaf 22 jaar voor je pensioendatum
  • bij Neutraal (vast pensioen) vanaf 18 jaar voor je pensioendatum
  • bij Offensief (vast pensioen) vanaf 16 jaar voor je pensioendatum
  • bij Defensief (variabel pensioen) vanaf 14 jaar voor je pensioendatum
  • bij Neutraal (variabel pensioen) vanaf 12 jaar voor je pensioendatum
  • bij Offensief (variabel pensioen) vanaf 8 jaar voor je pensioendatum

Waarom beleggen wij steeds minder in aandelen voor jou?

De koersen van aandelen schommelen op korte termijn doorgaans meer dan die van obligaties. Door steeds minder in aandelen te beleggen, wordt jouw belegde kapitaal steeds minder gevoelig voor schommelingen op de aandelenmarkt.

Waarom beleggen wij steeds meer in obligaties voor jou?

Door steeds meer in obligaties te beleggen, maken wij jouw verwachte maandelijkse pensioen steeds minder gevoelig voor renteschommelingen.

De koersen van obligaties kunnen ook flink stijgen en dalen. De koers van obligaties is sterk afhankelijk van de rente op dat moment. Als de rente stijgt, daalt de koers van obligaties. En andersom: als de rente daalt, stijgt de koers van obligaties.

Waarom gaan wij steeds meer in obligaties beleggen voor jou? Op je pensioendatum koop je met je belegde kapitaal een maandelijks pensioen aan. De prijs die je voor dit pensioen betaalt, is sterk afhankelijk van de rente op dat moment. Hoe hoger de rente, hoe lager de prijs. En andersom.

Een verhoging van de rente leidt doorgaans  tot een verlaging van jouw belegde kapitaal in obligaties. Maar een hogere rente betekent ook dat je voor elke euro aan kapitaal meer pensioen kunt aankopen. Een verlaging van de rente leidt juist tot een verhoging van jouw belegde kapitaal in obligaties. Het betekent dat je voor elke euro aan kapitaal minder pensioen kunt aankopen.

Wil je hier meer uitleg over?

Op www.asr.nl/pensioen/vast-pensioen vertellen we in een kort filmpje meer over het stijgen en dalen van de marktrente en wat dat betekent voor je belegde kapitaal.

Benieuwd naar de lifecycles? Deze vind je hier:

Bekijk de lifecycles vanaf januari 2024
Bekijk de lifecycles vanaf februari 2023

Mijn beleggingsprofiel verandert. Hoe kan dat?

Stel dat je volgens jouw beleggingsprofiel voor 80% in aandelen en 20% in obligaties belegt, dan wordt er met jouw premie-inleg 80% aandelen en 20% obligaties aangekocht.
Maar die verdeling van je belegde kapitaal verandert in de loop van de tijd. Hoe dat kan? Dit komt doordat de koersen van aandelen en obligaties veranderen. Stel je voor: de koersen van aandelen zijn gestegen, terwijl  die van obligaties ongeveer hetzelfde zijn gebleven. Dit kan er toe leiden dat de waarde van je opgebouwd pensioen opeens bestaat uit 90% aandelen en 10% obligaties, in plaats van de gewenste 80% aandelen en 20% obligaties. Het risiconiveau van je beleggingsportefeuille wijkt hierdoor af van je beleggingsprofiel. Dat is niet de bedoeling.

Herbalanceren van je pensioen

Om dit te corrigeren, herbalanceren we ieder jaar de verhouding tussen aandelen en obligaties. Door te herbalanceren brengen we de verhouding steeds weer terug naar de verdeling die hoort bij je beleggingsprofiel . In het voorbeeld hierboven verkopen wij wat aandelen en kopen daar weer obligaties voor terug. Net zoveel totdat de waarde van je pensioenkapitaal weer uit 80% aandelen en 20% obligaties bestaat.